Zeker in ons huidige klimaat kunnen paarden het overgrote deel van het jaar buiten blijven staan. Als de paarden in het najaar op stal komen te staan is het wel verstandig om mestonderzoek te laten verrichten. Daarmee krijgt u inzicht in de parasitaire belasting van het paard.
Rode bloedwormen (kleine strongyliden, Cyasthostominae) kunnen in de wintermaanden een groot gevaar vormen voor uw (jonge) paard. Wanneer de buitentemperatuur in het najaar daalt kapselt het merendeel van de rode bloedwormen zich in, in het slijmvlies van de darmwand om hier in ‘rust’ te gaan. Wanneer de wormen weer actief worden – dit gebeurt meestal laat in de winter of vroeg in het voorjaar- breken ze door het darmslijmvlies heen naar buiten. Met allerlei mogelijke ontstekingen tot gevolg dat zich in het ernstige geval kan uiten in koliek.
In verband met resistentie ontwikkeling van rode wormen tegen bestaande middelen is de keuze voor een effectief ontwormingsmiddel van belang. Ivermectine en moxidectine zijn beide effectief tegen rode bloedwormen. Alleen moxidectine is echter effectief gebleken in situaties waarin de rode bloedworm in het darmslijmvlies is ingenesteld.
De aanwezigheid van de horzellarve (gastrophilus) kan niet met mestonderzoek worden aangetoond. 50 % van de Nederlandse paarden zijn echter besmet met paardenhorzellarven, de infectie is vaak zonder symptomen. Een zeer zware besmetting komt vrijwel nooit voor. Als u toch wil behandelen tegen horzellarven, omdat er veel eitjes te zien waren op de vacht, adviseren wij om dit te doen na de eerste nachtvorst. Door de nachtvorst sterven de horzels en hierdoor is kans op herbesmetting klein.