Q-koorts is een infectieziekte die van dieren op mensen kan overgaan (zoönose). In Nederland zijn vooral besmette melkgeiten en melkschapen de bron voor mensen. Q-koorts is niet van mens op mens overdraagbaar. Vaccinatie van geiten en schapen vermindert de kans op ziekten bij mens en dier.
Wat is Q-koorts?
Q-koorts is een bacteriële infectieziekte die van dieren kan overgaan op mensen. In Nederland zijn besmette melkgeiten en melkschapen de bron van de ziekte bij mensen.
De meeste mensen lopen Q-koorts op door het inademen van lucht waarin de bacterie zich bevindt, tijdens de aflammerperiode (februari tot en met mei) van geiten en schapen. Dat betekent dat mensen besmet kunnen worden door dieren die de bacterie bij zich dragen.
Welke dieren worden ziek?
Herkauwers, met name kleine herkauwers zoals schapen en geiten, zijn de primaire bron in Nederland voor de mens. Koeien, huisdieren, wild en vogels kunnen ook geïnfecteerd zijn. C. burnetii kan zich in teken handhaven, en deze ectoparasieten kunnen mogelijk landbouwhuisdieren, andere dieren en mensen infecteren.
In Nederland zijn enkele positieve teken gevonden bij een kudde tegen Q-koorts gevaccineerde schapen. Zonder klinische symptomen kunnen dieren chronisch geïnfecteerd zijn en de bacterie uitscheiden via onder andere urine, feces, placentair weefsel en vruchtwater.
Q-koorts bij de mens (ziekteverschijnselen)
Q-koorts is niet altijd herkenbaar. Meer dan de helft van de mensen met Q-koorts heeft geen klachten. Degenen die wel klachten hebben, vertonen vaak een griepachtig ziektebeeld. Soms verloopt Q-koorts ernstiger en begint de ziekte met heftige hoofdpijn, hoge koorts en een longontsteking met droge hoest en pijn op de borst. De bacterie kan ook een leverontsteking veroorzaken. Deze klachten komen echter ook bij andere ziektebeelden voor.
Mannen hebben vaker last van Q-koorts dan vrouwen, en ook rokers worden vaker ziek. Veel mensen die Q-koorts hebben gehad, blijven nog lange tijd moe. Ziekteverschijnselen treden meestal 2 à 3 tot 6 weken na besmetting op. Soms kan Q-koorts leiden tot een chronische infectie, vaak gepaard met een hartontsteking. Chronische Q-koorts komt vooral voor bij patiënten met een afweerstoornis of hartproblemen. Bij zwangere vrouwen kan een eerdere Q-koorts infectie leiden tot chronische Q-koorts.
Besmetting en preventie bij de mens
Q-koorts kan worden opgelopen door het inademen van lucht waarin de bacterie zich bevindt, vooral tijdens het lammeren van besmette geiten of schapen. Vruchtwater en de moederkoek van besmette dieren bevatten grote hoeveelheden bacteriën. De bacterie kan ook in melk, mest en urine zitten, maar niet in het vlees van geiten of schapen. Ook koeien en huisdieren kunnen besmet zijn en de infectie overdragen op mensen, al komt dit in Nederland nauwelijks voor.
De bacterie kan maanden tot jaren overleven in de omgeving. Het drinken van rauwe melk kan ook een bron van besmetting zijn. Zolang dieren de bacterie bij zich dragen, blijven ze besmettelijk. De ziekte wordt niet van mens op mens overgedragen.
Een besmetting is niet te voorkomen, omdat de bacterie via de lucht wordt ingeademd. Bent u zwanger, hartpatiënt of heeft u een afweerstoornis? Vermijd dan direct contact met melkgeiten en melkschapen.
Woont u in een gebied waar Q-koorts voorkomt of bent u daar geweest? Wees dan alert op klachten zoals koorts, hoofdpijn of hoesten en raadpleeg tijdig een huisarts. Vermijd ook het consumeren van rauwe melk of rauwe melkproducten. De bacterie wordt inactief door pasteurisatie of koken.
Vaccinatie van geiten en schapen soms verplicht bij Q-koorts
In Nederland is een vaccin beschikbaar voor geiten en schapen. Het officiële advies is om drachtige dieren niet te vaccineren. Het is belangrijk dat de vaccinatie vóór de dracht plaatsvindt, omdat tijdens abortus en lammeren grote hoeveelheden van de Q-koortsbacterie vrijkomen.
Vaccinatie voorkomt abortus door Q-koorts en vermindert de uitscheiding van bacteriën tijdens het aflammeren. Daarom wordt geadviseerd om niet-gevaccineerde dieren niet te laten dekken. Schapen- en geitenhouders moeten bij het plannen van de vaccinatie rekening houden met het volgende schema:
- Minimale leeftijd bij vaccinatie: 3 maanden
- Twee vaccinaties met 3 weken tussentijd
- Dekken vanaf 2 weken na de laatste vaccinatie
- In de daaropvolgende jaren volstaat 1 herhalingsenting
Dierenkliniek Utrechtse Heuvelrug vaccineert op locatie geiten en schapen, met name in de Betuwe, Opheusden, Zetten, Nijmegen, Arnhem, Huissen, Bemmel, Rhenen, Veenendaal, Land van Maas en Waal (Dreumel, Beneden-Leeuwen, Druten).
Kinderboerderijen en zorgboerderijen zijn verplicht te vaccineren tegen Q-koorts. Ook geiten en schapen die naar een keuring gaan, moeten worden gevaccineerd.