Het paard is een planteneter. Zowel zijn gebit als zijn darmstelsel zijn daarop gebouwd. Paarden die dag en nacht in de wei staan, zoals in de natuur, eten en lopen het grootste gedeelte van de dag. Zo ontstaat er een gelijkmatige afslijting van het kauwoppervlak van de kiezen. Veel paarden worden echter een groot gedeelte van de dag op stal gehouden en gemiddeld drie keer per dag gevoerd. Als ze dan ook nog op zaagsel staan in plaats van op stro, dan heeft dat consequenties voor de afslijting van het gebit.
Door een verminderde en onregelmatige afslijting kunnen er veranderingen in het gebit ontstaan, bijvoorbeeld haken. Dit veroorzaakt pijn. Hierdoor gaat een paard afwijkend malen, waardoor de slijtage nog onregelmatiger wordt en het paard in een vicieuze cirkel beland. Om te voorkomen dat dit gebeurt, is het dus belangrijk in ieder geval een maal per jaar het gebit te laten nakijken en behandelen. Dierenarts Jan Bos is ook werkzaam als paardentandarts. Hij onderzoekt, verzorgt en behandelt paardengebitten, is lid van de NVVGP, de Nederlandse Vereniging Voor Gebitsverzorging bij het Paard en beschikt over het modernste instrumentarium.